
Meest gezocht
Geen resultaten
Voor investeerders in te verhuren woningen staan er nogal wat wijzigingen op de planning. Een deel van de maatregelen is al sinds Prinsjesdag bekend, zoals de plannen rond de belasting over vermogen.
Verhoging liberalisatiegrens
De huurliberalisatiegrens bepaalt of een woning binnen de vrije sector of sociale huur valt. Voor verhuurders een belangrijk gegeven bij het vaststellen van de maximale huurprijs. In 2016 werd de huurliberalisatiegrens voor 3 jaar bevroren. Afgelopen januari is de bevriezing beëindigd en volgde een indexatie naar € 720,42. Per 2020 komt de grens uit op € 737,14. Lees hier alles over het puntenstelsel.
Minder invloed WOZ-waarde op puntenstelsel
De WOZ-waarde is sinds 2015 een onderdeel van het puntensysteem voor (sociale) huurwoningen. Destijds was het streven dat de WOZ-waarde circa 25 procent van de sociale huurprijs bepaalt. Inmiddels ligt dat percentage doorgaans hoger, zeker in grote steden met sterk gestegen huizenprijzen. Om de invloed van prijsstijging te beperken, ligt er een voorstel om de WOZ-waarde voor maximaal 33 procent te laten meetellen. Deze maximering zorgt ervoor dat de woningprijs minder zwaar weegt, met als risico een lager puntenaantal en bijbehorende maximale huurprijs. Vooralsnog blijft het bij een voorstel en moet er nog een politieke knoop over doorgehakt worden.
Verhoging overdrachtsbelasting
Het belastingplan heeft een tegenvaller voor vastgoedinvesteerders in petto. Wie koopt voor de verhuur, loopt in de toekomst het risico 6 procent overdrachtsbelasting te betalen. Voor reguliere woningen blijft de overdrachtsbelasting 2 procent. Op een woning van € 250.000 is dit een verschil van maar liefst € 10.000. Deze maatregel is overigens nog niet bevestigd door de overheid. Ook de exacte details zijn nog niet bekend. Zo kan het zijn dat eigenaren met maximaal twee te verhuren woningen ontzien worden.
Hogere heffing in box 3
Op dit moment maakt het voor de hoogte van de vermogensbelasting niet uit of u spaart of investeert in vastgoed. De overheid wil per 2022 uw vermogen anders gaan belasten. In de nieuwe situatie gaat de Belastingdienst ervan uit dat u 5,6 procent rendement maakt als eigenaar van een te verhuren woning in box 3. Over dit rendement betaalt u vervolgens 33 procent vermogensrendementsheffing. Als belegger kunt u een hogere aanslag verwachten dan spaarders. Het saldo op spaarrekeningen is tot circa € 440.000 onbelast, zolang de spaarrente laag blijft.
Hogere kamerverhuurvrijstelling
Verhuurt u geen complete woning maar één of meerdere kamers in het huis waar u zelf ook woont? In sommige situaties kunt u belastingvrij verhuren. In 2020 geldt deze fiscale vrijstelling van inkomsten wanneer de ontvangen huur niet meer is dan € 5.506. Dit is hoger dan de € 5.367 van 2019. Ga goed na of u voldoet aan de vereisten voor de vrijstelling. Het mag bijvoorbeeld niet gaan om een woning met een eigen voordeur of keuken.
Veel details zijn nog onduidelijk Sommige maatregelen staan al sinds Prinsjesdag in de steigers. Toch is niet duidelijk in hoeverre er politieke goedkeuring komt en moeten veel details nog worden ingevuld. Geldt de beperking van de WOZ-waarde bijvoorbeeld ook voor bestaande huurcontracten en betalen verhuurders met slechts één verhuurwoning straks ook meer belasting over hun vermogen? Vragen waar de overheid het antwoord nog op moet geven. We houden u op de hoogte zodra alle details bekend zijn.
Overweegt u een woning te kopen voor de verhuur? Raadpleeg een adviseur voor de gevolgen van eventuele wijzigingen in uw situatie.