
Meest gezocht
Geen resultaten
Over een deel van uw vermogen in box 3 betaalt u belasting. Deze vermogensbelasting rekent met een spaarrente die geen enkele bank nog verstrekt. Al enige tijd ligt er een politiek voorstel om de belasting drastisch te wijzigen. Voorlopig blijft het bij plannen. De huidige Staatssecretaris Vijlbrief ziet er niets in en zoekt naar een andere oplossing. Dit is vooralsnog goed nieuws voor mensen die niet alleen sparen, maar ook beleggen of bijvoorbeeld investeren in verhuurwoningen.
Hoe zit het nu met de vermogensbelasting?
Op dit moment betaalt u belasting als uw bezittingen in box 3 boven de € 30.846 per persoon uitkomen. Er wordt geen onderscheid gemaakt in het type vermogen. Spaarsaldo, beleggingen of investeringen in vastgoed vallen allemaal onder dezelfde categorie ‘vermogen’. Vooral voor spaarders kan dit nadelig uitpakken. Deze groep betaalt in verhouding veel belasting over spaargeld, terwijl sparen nauwelijks iets oplevert door de lage rente. Het nieuwe plan zou daar rekening mee gaan houden.
Zó zou de nieuwe vermogensbelasting werken
Per 1 januari 2022 zou de belasting wijzigen en er wél onderscheid gemaakt worden in het type vermogen. Samengevat was dit positief voor spaarders, die konden rekenen op een lagere heffing over hun spaargeld. Vooral investeerders in bijvoorbeeld aandelen of verhuurwoningen zouden de rekening gaan betalen in het afgeblazen plan. Hun investeringen zouden zwaarder belast worden dan spaargeld. Op die manier had de overheid voor ogen om de belasting beter af te stemmen op het rendement.
Waarom gaat het plan niet door?
Staatssecretaris Vijlbrief brengt het eerdere voorstel van zijn voorganger niet in de praktijk. Naar zijn mening wordt er een te groot onderscheid gemaakt tussen spaarders en beleggers. De constructie zou ‘juridisch heel snel kapotgeschoten zijn’, zo is zijn visie. Daarnaast noemt hij het een oneerlijk systeem.
Meest eerlijke oplossing niet uitvoerbaar
De meest eerlijke oplossing is om belasting te heffen over het daadwerkelijk rendement. Maakt u veel rendement op woningverhuur of andere investeringen? In dat geval is de belasting hoger dan wanneer het rendement tegenvalt. Het probleem is alleen dat de Belastingdienst niet weet welk rendement u precies maakt. Dit staat de uitvoerbaarheid in de weg. Bijkomend risico voor de overheid is dat de belastinginkomsten grotendeels afhangen van uw succes.
Hoe nu verder?
In de komende tijd zoekt de staatssecretaris een nieuwe (tijdelijke) oplossing voor de vermogensbelasting. Eén van de opties is het simpelweg verhogen van de belastingvrije voet in box 3, ofwel de huidige € 30.846. U betaalt in dat geval over een groter deel van uw vermogen geen vermogensbelasting, terwijl het niet uitmaakt of het om spaargeld of beleggingen gaat.
Beleggers en investeerders in verhuurwoningen kunnen opgelucht ademhalen. Wel moet nog blijken of er in de komende tijd geen andere konijnen uit de belastinghoed komen.
De vermogensbelasting blijkt een harde noot om te kraken. Het geschrapte plan lag al geruime tijd op de plank voor behandeling in de Tweede Kamer. Het risico bestaat dat er nu een snelle tussenoplossing komt en het onderwerp van politieke discussies blijft. We houden u op de hoogte van de ontwikkelingen.